Aangekondigde maatregelen om WNT verder aan te scherpen voor de zorgsector mogelijk uitgesteld

31-07-2018

Het is al langere tijd bekend dat de wetgever af wil van constructies waarmee zorgaanbieders het beloningsplafond voor bestuurders ‘omzeilen’. Naar aanleiding van berichtgeving hierover in het FD schreef minister Bruins op 23 november 2017 dat hij begin 2018 een standpunt over creatieve bv-constructies zou uitbrengen. Op 22 februari 2018 verscheen een brief van minister Ollongren en minister Bruins waarin zij aangaven voornemens te zijn de Wet normering topinkomens (‘WNT’) aan te passen. Eind mei 2018 is het verslag gepubliceerd van het algemeen overleg over dit onderwerp. Tijdens dit overleg heeft de minister aangegeven dat er nog een tweede brief zou volgen. Tijd voor een update.

Maatregelen zorgsector

Twee van de drie maatregelen die zijn aangekondigd, hebben betrekking op (de bv-constructies in) de zorg.

De eerste maatregel ziet op het loskoppelen van de WTZi-toelating. Nu is de WNT alleen nog van toepassing op instellingen die een toelating hebben op grond van de Wet toelating Zorginstellingen (‘WTZi’). Hierdoor is de WNT niet van toepassing op bv’s die als onderaannemer zorg verlenen aan een WTZi-instelling.

Door álle instellingen die Zvw- of Wlz-zorg verlenen onder de reikwijdte van de WNT te laten vallen, zullen ook instellingen die zorg verlenen in opdracht van een andere instelling (de zogeheten ‘onderaannemers’) rechtstreeks onder de reikwijdte van de WNT vallen.

De tweede maatregel heeft betrekking op het aanpassen van het begrip ‘gelieerde rechtspersoon’. Als een topfunctionaris in de zorg zowel bij een WNT-instelling als bij een gelieerde rechtspersoon werkt, mag de som van bezoldigingen verkregen bij beide instellingen tezamen niet meer zijn dan de maximale bezoldigingsnorm die voor de WNT-instelling geldt. Deze zogeheten ‘anti-cumulatiebepaling’ is een bestaande bepaling in de WNT, maar werkt tot dusverre alleen ‘naar beneden’. Dat wil zeggen: alleen de dochtermaatschappij van de WNT-instelling valt onder de reikwijdte van het begrip ‘gelieerde rechtspersoon’ (en dus onder de WNT). Het is de bedoeling om deze bepaling in de toekomst ook ‘naar boven’ te laten werken en de moedermaatschappij eveneens onder de reikwijdte van de WNT te laten vallen.

Hoe staat het er nu voor?

Minister Bruins heeft aangegeven op korte termijn een wetgevingstraject te starten om een wetsvoorstel op te stellen dat in lijn is met de heroverwegingen van de drie bepalingen, die eerder onderdeel uitmaakten van het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT.

Uit het verslag van het algemeen overleg van eind mei blijkt dat minister Bruins dit voorjaar een brief heeft toegezegd waarin hij nader zal ingaan op mogelijke constructies die bij wet zijn toegestaan maar waarnaar WNT-toezichthouders nog niet voldoende onderzoek hebben gedaan.

Vervolgens hebben ministers Bruins en De Jonge ten aanzien van het bredere thema ‘ontwijkingsconstructies in de zorg’ in hun brief van 13 juli 2018 aangegeven dat zij, voordat er met nieuwe regelgeving kan worden gekomen, nader onderzoek nodig achten, mede in relatie tot de verschillende wetsvoorstellen en discussies die op dit terrein spelen. Het is ons niet duidelijk of dit de brief is waar de minister tijdens het algemeen overleg naar verwees, nu de brief niet specifiek ziet op de WNT.

De eerdere planning van minister Bruins was erop gericht om het wetsvoorstel WNT voor het einde van het jaar aanhangig te maken. Ondanks dat er in de laatste berichtgeving niet specifiek ingegaan wordt op de aangekondigde maatregelen op het gebied van de WNT, verwachten wij naar aanleiding van deze laatste berichtgeving dat de maatregelen om de WNT aan te scherpen, zullen worden uitgesteld.

Wij houden u als vanzelfsprekend op de hoogte van de laatste ontwikkelingen zowel als het gaat om de WNT als het actuele onderwerp van winstuitkeringen in de zorg.

Dit is een Legal Update van Anne Haverkort.

Download als pdf

 

Specialist(en)